Dansen zonder (land)grenzen - ONLINE

Dansen zonder (land)grenzen - ONLINE

Reis mee de wereld rond! Welke landen wil jij bezoeken? China, Amerika of liever Australië? Weet jij waar deze landen liggen? En wat maakt ze zo uniek?
Aan de hand van dans en beweging leren we de culturele verschillen van deze landen kennen. De verschillen die ze in beweging kennen en de verschillende dansstijlen die kenmerkend zijn voor deze landen.

Deze workshop wordt aangepast in de online versie - het lesmateriaal is zo aangepast dat het zowel thuis, als op school is uit te voeren. 

'Dans zonder grenzen' is een dansworkshop én aardrijkskundeles voor kinderen uit groep 5 t/m 8. De workshop wordt aangeboden door een dansdocent en tevens danstherapeut van dansstudio Focus!

Leerplankader

Oriënteren
(10 punten)
Onderzoeken
(35 punten)
Uitvoeren
(40 punten)
Evalueren
(15 punten)

De leerling kan met anderen een (beschouwings)gesprek voeren over een dansvoorstelling, er verschillende betekenissen aan geven met behulp van de elementen ruimte, tijd en kracht en iets vertellen over de kwaliteit van de dansbeweging. Hij gebruikt dit om het onderwerp/thema van de eigen danspresentatie te verdiepen.

De leerling kan bewust onderzoek doen naar danselementen (leiden/volgen, gelijktijdig dezelfde beweging dansen, dans opbouwen met begin-midden -eind, aandacht voor vormgeving, imiteren, herhalen) en bestaande dansen als inspiratiebron gebruiken. De leerling kan zelf thema’s aanreiken om over te dansen.

De leerling kan zich inleven in zijn eigen manier van dansen en het dansen van anderen. Hij kan deze ervaring/beleving en interpretatie verwerken in een dans en alleen of met anderen een choreografie maken. De leerling kan muzikale verschillen herkennen (tempo, dynamiek, ritme, accenten, melodie, sfeer) en deze toepassen in dans. Hij kan zelf muziek zoeken bij een dansthema. De leerling kan variëren met verschillende manieren van bewegen en daarbij de begrippen ruimte, tijd en kracht gebruiken. De leerling kan een dans zo vormgeven en verbinden met het thema dat de dans zeggingskracht krijgt. De leerling kan zelfstandig een danscompositie vormgeven en (samen met een groep) presenteren aan een onbekend publiek.

De leerling kan zijn keuzes motiveren aan de hand van de fasen van het vormgevings-proces en daarbij zijn eigen criteria (en/of die van zijn groepje) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van professionals en benoemen dat mensen verschillende meningen over dans hebben. Hij accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over dans, danscultuur en danstrends. De leerling kan zelfstandig verbeterpunten aanbrengen in de dans na feedback.

De leerling kan in binnen- en buitenschoolse situaties historie en betekenis met elkaar in verband brengen. Hij kan de eigen betekenisgeving spiegelen aan die van anderen en daarbij openstaan voor andere inzichten dan die van de leerling zelf.

De leerling kan in een (beschouwings-) gesprek over erfgoed verschillende betekenissen tegen elkaar afwegen. De leerling kan het verleden en heden vanuit meerdere perspectieven bekijken. De leerling kan beargumenteren op welke manier het erfgoed als waardevol kan worden beschouwd voor de samenleving (en of het de moeite waard is om te bewaren). De leerling kan informatie onderzoeken die inzicht geeft in historische ontwikkelingen rondom cultureel erfgoed.

De leerling kan vanuit de onderzoeksfase bewuste keuzes maken en aan de hand van bijvoorbeeld een gesprek of werkstuk, een eigen of nieuwe betekenis geven aan cultureel erfgoed. Hierin kan hij de waarde van het cultureel erfgoed voor het heden betrekken. De leerling kan zijn keuzes motiveren en relatie heden-verleden benoemen.

De leerling toont historisch besef in relatie met het cultureel erfgoed. De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de voorgaande fasen van het creatieve proces en staat daarbij open voor feedback van anderen. De leerling kan zijn werk buiten de school presenteren, de opbrengst uit de uitvoeringsfase relateren aan de betekenis van het cultureel erfgoed en erover discussiëren.