Moord in de bibliotheek! In de bibliotheek is een man onder verdachte omstandigheden omgekomen. De politie gaat uit van een misdrijf. De man is vergiftigd. Door wie? Met welk gif? De grote vraag is dan ook Whodunnit? De leerlingen onderzoeken in teams een net gepleegde moord in de bibliotheek. Elk team wordt gekoppeld aan een verdachte en door het uitvoeren van verschillende opdrachten (zoeken in de kasten, filmpjes op Youtube en aanwijzingen op internet) vinden zij gezamenlijk de dader.
De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.
De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.
De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.
De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.
Groep 7, Groep 8
Literatuur
Bibliotheek Enschede
Bibliotheek Enschede
workshop (één les)
100 minuten
Actief (kunst maken), Receptief (kunst kijken)
Bij de aanbieder
Ja
Inschrijven is momenteel niet mogelijk
20 leerlingen
€ 80,00
Per 10 leerlingen vragen we een extra begeleider die ook actief deelneemt aan de workshop.
Voor parkeren is het Q-park De Zuidmolen de beste optie. Vanaf de parkeergarage is het maar enkele minuten lopen naar de bibliotheek.
Tijdens de workshop krijgen de leerlingen limonade en een koekje. Wij adviseren om voor leerlingen met speciale dieetwensen zelf wat mee te nemen!
De leerlingen leren door onderzoeken tot een oplossing te komen van een probleem.
De leerlingen verbinden conclusies aan de door hen gevonden antwoorden.
Kunstzinnige oriëntatie 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Kunstzinnige oriëntatie 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Nederlands 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.