Vier  verhalen en een dag, (dansvoorstelling inclusief workshop).

Vier verhalen en een dag, (dansvoorstelling inclusief workshop).

Toekomst en vrijheid

VIER VERHALEN EN EEN DAG is een sprookje, een sprookje over toekomst en vrijheid. Een meisje, Moira, wint een prijs en mag vervolgens drie wensen doen. Haar eerste wens is om in de toekomst te kunnen kijken. Er ontrollen zich drie werelden die zich steeds verder in de toekomst afspelen. Ze wordt geconfronteerd met de vraag: wat betekent het om de toekomst te kennen? VIER VERHALEN EN EEN DAG gaat over vrijheid. Vrijheid om te kiezen, vrijheid om anders te zijn, vrijheid om te beslissen dat niets staat geschreven en alles te veranderen is.

Introdans en Spinvis maken samen deze familievoorstelling VIER VERHALEN EN EEN DAG, een muziektheaterproductie die gaat over vrijheid. Erik de Jong (Spinvis) en Saartje van de Camp schrijven de muziek en Adriaan Luteijn en Marlena Wolfe nemen samen met de 12 dansers de choreografie voor hun rekening. 

https://www.wilminktheater.nl/educatie/

 

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan met anderen een (beschouwings)gesprek voeren over een dansvoorstelling, er verschillende betekenissen aan geven met behulp van de elementen ruimte, tijd en kracht en iets vertellen over de kwaliteit van de dansbeweging. Hij gebruikt dit om het onderwerp/thema van de eigen danspresentatie te verdiepen.

De leerling kan bewust onderzoek doen naar danselementen (leiden/volgen, gelijktijdig dezelfde beweging dansen, dans opbouwen met begin-midden -eind, aandacht voor vormgeving, imiteren, herhalen) en bestaande dansen als inspiratiebron gebruiken. De leerling kan zelf thema’s aanreiken om over te dansen.

De leerling kan zich inleven in zijn eigen manier van dansen en het dansen van anderen. Hij kan deze ervaring/beleving en interpretatie verwerken in een dans en alleen of met anderen een choreografie maken. De leerling kan muzikale verschillen herkennen (tempo, dynamiek, ritme, accenten, melodie, sfeer) en deze toepassen in dans. Hij kan zelf muziek zoeken bij een dansthema. De leerling kan variëren met verschillende manieren van bewegen en daarbij de begrippen ruimte, tijd en kracht gebruiken. De leerling kan een dans zo vormgeven en verbinden met het thema dat de dans zeggingskracht krijgt. De leerling kan zelfstandig een danscompositie vormgeven en (samen met een groep) presenteren aan een onbekend publiek.

De leerling kan zijn keuzes motiveren aan de hand van de fasen van het vormgevings-proces en daarbij zijn eigen criteria (en/of die van zijn groepje) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van professionals en benoemen dat mensen verschillende meningen over dans hebben. Hij accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over dans, danscultuur en danstrends. De leerling kan zelfstandig verbeterpunten aanbrengen in de dans na feedback.