Workshop dans - op maat

Workshop dans - op maat

Een workshop dans op maat voor alle soorten onderwijs. 

In deze workshop kan alles voor deze doelgroep - op maat - worden aangeboden. Op voorhand vindt er contact plaats met de leerkracht en die kan zijn/haar wens voor de leerlingen doorgeven. Juist een workshop waarin iedereen veel in beweging is, of juist weinig? Veel instrumentale muziek, of meezingers? Handpoppen, doeken, of andere materialen? Dansen aan de hand van een verhaal, dit aanbod is allemaal mogelijk, en samen overleggen we wat het beste voor deze groep is. Dansen in het klaslokaal, een aangepaste tijd, in kleine groepen of juist groepen samenvoegen.... Alles kan worden gemaakt, op maat en samen in overleg. De kinderen staan hierin centraal. 

'Workshop dans op maat' is een dansworkshop en gericht op een workshop op maat creëren. 

  • Oriënteren: minimaal een week van te voren wordt het lesmateriaal van de workshop verstuurd. Het is fijn als er over de inhoud van de workshop wordt gesproken. Voorbereidende werkvormen uit het lesmateriaal kunnen samen met de leerlingen worden uitgevoerd. 
  • Onderzoeken: in het desbetreffende thema, samen besproken met de ICC'er en leerkracht, gaan de leerlingen door het lesmateriaal dit thema onderzoeken en zijn ze aandachtig bezig met wat deze (kunnen) betekenen. Dit kan onderzocht worden in beschreven werkvormen, gesprekken en filmpjes. 
  • Uitvoeren: zowel vooraf aan de dansworkshop de werkvormen die via het lesmateriaal worden uitgevoerd, de uitvoerende dansworkshop zelf, maar ook de werkvormen in het lesmateriaal die staan beschreven in de evaluatie zijn een feestje om te doen! De dag van de workshop zelf, daar staat de uitvoering volledig centraal, we gaan lekker dansen!
  • Evalueren: via het lesmateriaal kun je al het geleerde evalueren, staan er vragen in die je samen met de klas kunt bespreken en ook nog werkvormen om samen met elkaar uit te voeren. 
  • Aansluiting op lesprogramma: het kan aansluiten binnen verschillende thema's die voor de klas worden besproken. 

Leerplankader

Oriënteren
(10 punten)
Onderzoeken
(10 punten)
Uitvoeren
(70 punten)
Evalueren
(10 punten)

De leerling kan zijn eigen dramatisch spel afstemmen met de groep en dit gebruiken in een presentatie (zoals een theaterstuk). De leerling kan de verschillende betekenissen die anderen aan theater geven vergelijken met zijn eigen betekenisgeving.

De leerling kan onderzoek doen naar de mogelijke betekenis en de zeggingskracht van spelelementen (wie, wat, waar, wanneer en waarom), speltechnieken en spelstijlen die nodig zijn voor het maken van een scène. Hij kan de opbouw van een toneelstuk (begin, midden, eind en scènes) benoemen. De leerling kan een uitvoeringsplan maken, individueel of samen met anderen, en kan daarbij rekening houden met de criteria van de gegeven opdracht en zijn eigen criteria en/of die van de groep.

De leerling kan bewust de spelelementen wie, wat, waar, wanneer en waarom in spel vormgeven. De leerling kan betekenis en zeggingskracht geven aan zijn spel door een duidelijke inzet van speltechnieken, spelstijlen, (vaste) tekst en (gespeelde) emoties. De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen tussen de scène en de onderzoeksfase. Hij staat daarbij open voor feedback van anderen. De leerling kan spelopdrachten uitvoeren, actief meespelen met de dramatische werkvormen: tableau vivant, afspreekspel, dialoogspel, toneelspel, tekstspel, improvisatiespel/ inspringspel en voordrachtspel en kan de theatrale vormgeving (decor, kostuums) bewust toepassen in een scène of toneelstuk. De leerling herkent bovenstaande spelopdrachten en dramatische werkvormen en kan verschillen benoemen. De leerling kan zelfstandig een dialoog schrijven en kan een voorstelling maken voor een publiek dat gebaseerd is op een zelfgemaakt of bestaand verhaal. De leerling kan in de les of voor (onbekend) publiek met een duidelijke expressie (verbaal en non-verbaal) spelen.

De leerling kan zijn spelkwaliteiten en ontwikkelpunten en die van andere leerlingen benoemen en kan daarbij zijn eigen criteria (en/of die van de groep) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van anderen, waaronder (semi) professionele kunstenaars. De leerling kan de feedback over zijn spel en dat van andere leerlingen uit zijn groepje toepassen in zijn spel.

De leerling kan met anderen een (beschouwings)gesprek voeren over een dansvoorstelling, er verschillende betekenissen aan geven met behulp van de elementen ruimte, tijd en kracht en iets vertellen over de kwaliteit van de dansbeweging. Hij gebruikt dit om het onderwerp/thema van de eigen danspresentatie te verdiepen.

De leerling kan bewust onderzoek doen naar danselementen (leiden/volgen, gelijktijdig dezelfde beweging dansen, dans opbouwen met begin-midden -eind, aandacht voor vormgeving, imiteren, herhalen) en bestaande dansen als inspiratiebron gebruiken. De leerling kan zelf thema’s aanreiken om over te dansen.

De leerling kan zich inleven in zijn eigen manier van dansen en het dansen van anderen. Hij kan deze ervaring/beleving en interpretatie verwerken in een dans en alleen of met anderen een choreografie maken. De leerling kan muzikale verschillen herkennen (tempo, dynamiek, ritme, accenten, melodie, sfeer) en deze toepassen in dans. Hij kan zelf muziek zoeken bij een dansthema. De leerling kan variëren met verschillende manieren van bewegen en daarbij de begrippen ruimte, tijd en kracht gebruiken. De leerling kan een dans zo vormgeven en verbinden met het thema dat de dans zeggingskracht krijgt. De leerling kan zelfstandig een danscompositie vormgeven en (samen met een groep) presenteren aan een onbekend publiek.

De leerling kan zijn keuzes motiveren aan de hand van de fasen van het vormgevings-proces en daarbij zijn eigen criteria (en/of die van zijn groepje) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van professionals en benoemen dat mensen verschillende meningen over dans hebben. Hij accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over dans, danscultuur en danstrends. De leerling kan zelfstandig verbeterpunten aanbrengen in de dans na feedback.