Dans je taal

Dans je taal

Dansend leren: hoe leuk is dat? Al dansend getallen en woorden in het Engels, Frans of Duits oppikken. Want het is inmiddels bekend dat leren en bewegen elkaar versterken: al bewegend doen kinderen makkelijker en sneller nieuwe ervaringen en kennis op. Dus kom lekker dansen bij ‘Dansje Taal’: leren was nog nooit zo leuk! Geschikt voor iedereen vanaf 4 jaar.

In afstemming met het leerprogramma van de school biedt SALLY een actieve methode die garant staat voor een aangename afwisseling in het onderwijsprogramma. De informatieverwerking van het kind wordt via beweging aangesproken. Dansje Taal is in diverse vormen beschikbaar via een eenmalige workshop, in projectvorm of als doorgaande leerlijn. De vorm is in overleg met de school. Het programma kan worden afgesloten door middel van een danspresentatie voor de school en/of ouders.

Dansje Taal beschikbaar in de talen Engels, Duits en Frans en in de thema’s sociaal, eten en drinken, op straat en lichaam.

Tijdens de landelijke studie dag Levende Talen op 2 november 2018 won Dansje Taal de publieksprijs van het Europese talenlabel voor innovatief talenonderwijs!

 https://www.wilminktheater.nl/educatie/

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan met anderen een (beschouwings)gesprek voeren over een dansvoorstelling, er verschillende betekenissen aan geven met behulp van de elementen ruimte, tijd en kracht en iets vertellen over de kwaliteit van de dansbeweging. Hij gebruikt dit om het onderwerp/thema van de eigen danspresentatie te verdiepen.

De leerling kan bewust onderzoek doen naar danselementen (leiden/volgen, gelijktijdig dezelfde beweging dansen, dans opbouwen met begin-midden -eind, aandacht voor vormgeving, imiteren, herhalen) en bestaande dansen als inspiratiebron gebruiken. De leerling kan zelf thema’s aanreiken om over te dansen.

De leerling kan zich inleven in zijn eigen manier van dansen en het dansen van anderen. Hij kan deze ervaring/beleving en interpretatie verwerken in een dans en alleen of met anderen een choreografie maken. De leerling kan muzikale verschillen herkennen (tempo, dynamiek, ritme, accenten, melodie, sfeer) en deze toepassen in dans. Hij kan zelf muziek zoeken bij een dansthema. De leerling kan variëren met verschillende manieren van bewegen en daarbij de begrippen ruimte, tijd en kracht gebruiken. De leerling kan een dans zo vormgeven en verbinden met het thema dat de dans zeggingskracht krijgt. De leerling kan zelfstandig een danscompositie vormgeven en (samen met een groep) presenteren aan een onbekend publiek.

De leerling kan zijn keuzes motiveren aan de hand van de fasen van het vormgevings-proces en daarbij zijn eigen criteria (en/of die van zijn groepje) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van professionals en benoemen dat mensen verschillende meningen over dans hebben. Hij accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over dans, danscultuur en danstrends. De leerling kan zelfstandig verbeterpunten aanbrengen in de dans na feedback.