Kunstkick Online - Optische illusie
Een videobeeld of een schaduw op een muur is een projectie. Licht, tijd en beweging zijn daarbij heel belangrijk. Je gaat met behulp van de zaklampfunctie op je mobiel een projectie maken. Bedenk eerst wat je wilt projecteren. Dit kan een voorwerp, smiley of bijvoorbeeld een letter zijn. Als je sjablonen af zijn, bevestig je deze rondom de zaklamp van je mobiel. Zoek een donkere plek op en bekijk je eigen gemaakte projectie.
Kunstenaar Arletta Elst-Wawrzyniak laat kunstwerken uit het Rijksmuseum Twenthe zien van Peter Zegveld en Jetske Visser & Michel Martens.
Algemene informatie Kunstkick Online
Kunstkick Online staat geheel in het teken van kunstwerken in het Rijksmuseum Twenthe. Duik samen met een kunstenaar in de collectie van Rijksmuseum Twenthe en ontdek de favoriete kunstwerken van de kunstenaar!
Aanbod
Een Kunstkick Online bestaat uit een inspiratie- en instructievideo waarin de kunstenaar eigen werkt toont en je meeneemt in de collectie van Rijksmuseum Twenthe. De kunstenaar gaat in op de overeenkomsten en verschillen tussen eigen werk en de kunstwerken in het museum. In aansluiting op de onderzochte kunstwerken legt de kunstenaar de opdracht uit, waarmee de leerlingen vervolgens zélf aan de slag kunnen. Bij elke Kunstkick Online horen opdrachtbladen geschikt voor diverse leeftijden. De opdrachten variëren van makkelijk voor de onderbouw tot uitdagend voor de bovenbouw.
Hoe werkt het?
Bekijk klassikaal de instructievideo, kies aansluitend een van de opdrachten van het opdrachtenblad en verzamel de benodigdheden. De meeste materialen heb je al in het klaslokaal, waardoor je zo aan de slag kunt. Ben je met een makkelijke opdracht begonnen maar kan je er niet genoeg van krijgen? Ga dan verder met een meer uitdagende opdracht.
In aansluiting op de door de groepsleerkracht verzorgde workshop in de klas is een online reflectiemoment met de kunstenaar te boeken. Tijdens de online reflectie maakt de klas live een videoverbinding met de desbetreffende kunstenaar. De kunstenaar bespreekt en reflecteert daarna op de gemaakte werken van de kinderen. Tot slot kunnen de kinderen vragen stellen aan de kunstenaar.
Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)
De leerling kan zich binnen de context van een betekenisvol thema of onderwerp openstellen voor beeldende vormgeving en beeldende kunst (autonoom en toegepast) en waar relevant in samenhang met andere kunstdisciplines. De leerling kan in een beeldbeschouwings-gesprek betekenis, beeldaspecten en materialen en technieken met elkaar in verband brengen. Hij kan de eigen betekenisgeving spiegelen aan die van anderen en daarbij openstaan voor andere ideeën.
De leerling kan zelfstandig (individueel of in groepjes) bronnenonderzoek doen en aspecten van wereldoriëntatie, beeldende vormgeving en beeldende kunst (waaronder cultureel erfgoed ) gebruiken als inspiratiebron voor beeldend werk. De leerling kan experimenteren met de samenhang tussen onderwerp, beeldaspecten en materialen en technieken en verschillende mogelijkheden uitproberen. De leerling kan zelfstandig onderzoeken op welke manier hij de beeldende opdracht kan uitvoeren en een uitvoeringsplan maken, individueel of samen met anderen. Hij kan daarbij rekening houden met de criteria van de gegeven opdracht en zijn eigen criteria.
De leerling kan (individueel of in een groep) zijn plannen uitvoeren en gebruik maken van zijn kennis van beeldaspecten en materialen en technieken en ideeën uit de onderzoeksfase om de zeggingskracht van zijn werk zo groot mogelijk te maken. De leerling kan tijdens het vormgevings-proces rekening houden met de gegeven en eigen criteria (individueel of als groep). De leerling kan waar relevant samenhang in zijn werk benoemen tussen beelden, dans, muziek, drama, taal en de wereldoriënterende vakken.
De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces en zijn werk vergelijken met de criteria van de opdracht en zijn eigen criteria (individueel en als groep) en daarbij aangeven wat een mogelijke vervolgopdracht zou kunnen zijn. De leerling kan zijn waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van zijn kennis en inzicht in de beeldende, en andere kunstzinnige disciplines en cultureel erfgoed. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht heeft in de betekenis van beeldende kunst en cultuur (waaronder cultureel erfgoed) in het dagelijks leven van mensen vroeger en nu.