Gruwelijke Rijmen - film gebaseerd op het boek van Roald Dahl

Gruwelijke Rijmen

Alle bekendste sprookjes in een verrassend nieuw jasje!' 

Sneeuwwitje en Roodkapje worden beste vriendinnen. Lusten wolven liever biggetjes, grootmoeders of kleine kinderen? Jacob is verliefd op zijn buurmeisje Cindy, maar zij heeft een oogje op de prins. En waar komt die gigantische bonenstaak in Jacobs tuin plots vandaan? Onder het alziend oog van de boze wolf lopen sprookjesfiguren elkaar voortdurend voor de voeten.

Gebaseerd op de bekendste sprookjes van het gelijknamige boek van Roald Dahl. Verbluffend mooi geanimeerd door animatiestudio Magic Light Pictures (BBC) die ook al 'De Gruffalo' en 'Stap maar op mijn bezemsteel' maakte.

De verfilming van Roald Dahls 'Gruwelijke rijmen' brengt een hele parade sprookjesfiguren bij elkaar in een ingenieus verhaal voor alle leeftijden. Even hilarisch als poëtisch, vol ondeugende twists en verrassende ontknopingen. Het lesmateriaal van JEF biedt de leerlingen de ruimte om animatie te ontdekken en hun eigen ervaringen te delen!

 

Oriënteren:
Film: De leerlingen oriënteren zich in de klas met de leerkracht over Concordia film. Wat weten de leerlingen al van de bioscoop van Concordia? Hoe ziet zo’n filmzaal eruit? Wie maakt een film?
Literatuur: De leerlingen lezen en/of bespreken het de dichtbundel

Onderzoeken:
Film: De leerlingen maken een verwachting van waar de film over zou kunnen gaan. Wat verteld de film poster over de film. Wie maakte deze film? Wie schreef het verhaal? Wie zijn de hoofdpersonages?Literatuur: Hoe ziet de kaft van het boek eruit en wat is het verschil met de filmposter? Welke figuren en situaties uit het boek zijn vertaald naar het filmscript? Waarom denk je dat de scenarioschrijver deze keuze heeft gemaakt? Wat mis je in de film wat wel in het boek stond? Komen er ook figuren voor in de film en/of situaties die niet in het boek voorkomen?

 Er is een lesbrief met informatie en opdrachten om de les voor te bereiden.

Uitvoeren:
Film: De leerlingen worden ontvangen bij Concordia film en nemen plaats in de filmzaal. Ze gaan dan de film “Onder het maaiveld bekijken. Na afloop is er een nagesprek waarbij de kinderen hun eerste indruk kunnen delen. 

Er is een lesbrief met informatie en opdrachten te doen in de klas.

Evalueren:
Film: De leerlingen reflecteren samen op de film, het verhaal, de personages en de thematiek. Wat heeft indruk gemaakt? Welke overeenkomsten zijn er met het boek? Wat heb je gemist?

Er is een lesbrief met informatie en opdrachten die helpen om het filmbezoek te evalueren.

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.

De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.

De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.