Binnenstebuiten - film over emoties; plezier, verdriet, woede, angst en afkeer

Kleurrijke en toegankelijke animatiefilm over de emotionele binnenwereld van een meisje dat na een verhuizing moeite heeft om haar draai te vinden.

In de film kruip je letterlijk in het hoofd van een kind. Daarbinnen zijn hersens geen grijze massa, maar een kleurrijk geheel met een controlekamer als centrum. Die contolekamer wordt bestuurd door  de hoofdpersonages Plezier, Verdriet, Woede, Angst en Afkeer

Het leven van de elfjarige Riley staat op zijn kop wanneer ze vanwege de nieuwe baan van haar vader moet verhuizen. In haar hoofd strijden verschillende emoties (de personages Plezier, Verdriet, Woede, Angst en Afkeer) om de controle. Wanneer daardoor de stabiliteit van Riley’s herinneringen en mentale staat in gevaar komt, proberen Plezier en Verdriet samen orde op zaken te stellen.

In deze kleurrijke animatiefilm hebben de vijf basisemoties hun eigen personage, met bijbehorend karakter en elk met een eigen kleur. Zo maakt de film, door de personificatie van emoties en het bieden van een inkijkje in Riley’s binnenwereld, het onderwerp emoties en mentaal welzijn toegankelijk en bespreekbaar.

Leergebieden; burgerschap, mens en maatschappij

Oriënteren:

Film: De leerlingen oriënteren zich in de klas met de leerkracht over Concordia film. Wat weten de leerlingen al van de bioscoop van Concordia? Hoe ziet zo’n filmzaal eruit? Wie maakt een film?
Literatuur: De leerlingen lezen en/of bespreken het de dichtbundel

Onderzoeken:

Film: De leerlingen maken een verwachting van waar de film over zou kunnen gaan. Wat verteld de film poster over de film. Wie maakte deze film? Wie schreef het verhaal? Wie zijn de hoofdpersonages?Literatuur: Hoe ziet de kaft van het boek eruit en wat is het verschil met de filmposter? Welke figuren en situaties uit het boek zijn vertaald naar het filmscript? Waarom denk je dat de scenarioschrijver deze keuze heeft gemaakt? Wat mis je in de film wat wel in het boek stond? Komen er ook figuren voor in de film en/of situaties die niet in het boek voorkomen?

 Er is een lesbrief met informatie en opdrachten om de les voor te bereiden.

Uitvoeren:
Film: De leerlingen worden ontvangen bij Concordia film en nemen plaats in de filmzaal. Ze gaan dan de film "Binnenstebuiten" bekijken. Na afloop is er een nagesprek waarbij de kinderen hun eerste indruk kunnen delen. 

Er is een lesbrief ontwikkeld met verschillende opdrachten als ook workshops die op school en bij concordia gedaan kunnen worden.
kosten workshops
€ 97,50
capaciteit per workshop 25 leerlingen

Evalueren:
Film: De leerlingen reflecteren samen op de film, het verhaal, de personages en de thematiek. Wat heeft indruk gemaakt? Welke overeenkomsten zijn er met het boek? Wat heb je gemist?

Er is een lesbrief met informatie en opdrachten die helpen om het filmbezoek te evalueren.

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.

De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.

De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.