De eigenwijze kunsttuin
In deze workshop gaan de kinderen hun eigenwijze tuinen creëren, vol met kleurrijke en fantasierijke planten. Met karton, papier, en allerlei decoraties maken ze een tuin die helemaal van hen is. Groeien planten ook eigenwijs? Laten we het ontdekken!
Deze workshop is geïnspireerd op het boek "De vierling op de vensterbank".
Oriënteren
Ter oriëntatie op het thema van de workshop leest de leerkracht het prentenboek 'de vierling op de vensterbank' voor in de klas.
Wat weten de leerlingen al over tuinen en planten? Wie heeft er thuis een tuin en helpt papa of mama wel eens in de tuin?
Onderzoeken
Welke verschillende planten bestaan er allemaal, hoe zien planten eruit, kunnen planten alle kleuren hebben, zijn er ook eigenschappen die elke plant heeft?
Uitvoeren
Tijdens de workshop gaan de leerlingen hun eigen tuin maken. Dit doen ze met karton, papier en allerlei decoraties.
Op hun eigen manier, lekker eigenwijs!
Evalueren
Hoe vonden de leerlingen het om een eigen tuin te maken?
Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)
De leerling kan zich met alle zintuigen openstellen voor beeldende vormgeving en beeldende kunst binnen een thema/onderwerp dat aansluit bij zijn belevingswereld en in binnen- en buitenschoolse situaties. De leerling kan (met hulp van leerkracht of vak expert) betekenis geven aan beelden door waarnemen (‘hands –on’), benoemen en praten en rond beelden verhalen te verzinnen.
De leerling kan thema’s en onderwerpen uit zijn belevingswereld gebruiken als inspiratiebron voor beeldend vormgeven. De leerling kan binnen de context van het thema/ onderwerp spelenderwijs materialen en technieken en beeldaspecten (kleur, vorm, compositie, ruimte, textuur) verkennen. De leerling kan zich bij het experimenteren laten leiden door een manipulerende onderzoekende houding, zintuigelijke ervaringen en toevallige ontdekkingen.
De leerling kan zijn ideeën vormgeven in beeldende werken en vertellen over wat hij wil maken. De leerling kan tijdens het werken de gebruikte materialen en gereedschappen benoemen en kent de regels voor veilig gebruik.
De leerling kan vertellen over zijn beeldende werk (wat heb je gemaakt en hoe heb je dat gedaan). De leerling kan kijken naar en praten over het beeldende werk van groepsgenoten. De leerling kan zijn eigen werkwijze vergelijken met die van beeldend vormgevers/kunstenaars.