Fantasy Grime

Fantasy Grime
Verander jezelf in een Droom

Oriënteren:
De leerlingen oriënteren zich in de klas op de lesbrief die hun vertelt wat een fantasy figuur is. Konden wij deze wereld maar veranderen in een leuke plek met alleen maar gekleurde en lieve wezens. Of iets uit een halloween film. 

Onderzoeken:
Is grimeren echt al eeuwen oud? En komt het echt zoveel voor in meerdere culturen?. Op Toneel, bij een protest maar ook in Fantasy Films met elfen, heksen en de meest rare wezens. Welk figuur zou jij kunnen worden en heb jij een bepaald thema of uniek idee voor deze creatieve workshop?  Wat is jou bekende of favoriete film grime met visuele 3D effecten. Laat het zien.

Uitvoeren:
Fantasy Grime is een nieuwe unieke workshop. Gebruik je handen, armen en je gezicht als een canvas doek. Maak gebruik van frisse kleuren en de juiste materialen. Onze docent legt het jou goed uit. Hoe je moet omgaan met alle materialen.

Evalueren:
Na de workshop wordt er een groepsfoto gemaakt.  De deelnemers bekijken dan ook elkaars creatie. Voordat de leerlingen naar huis gaan wordt de schmink eerst verwijderd.

Leerplankader

Oriënteren
(10 punten)
Onderzoeken
(30 punten)
Uitvoeren
(50 punten)
Evalueren
(10 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.

De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.

De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.