Over een Kleine Mol die wil weten wie er op zijn kop heeft gepoept

Mol komt boven om te kijken of de zon al op is als er ineens op zijn kop gepoept wordt. Kak! Wat goor! Mol gaat op zoek naar de dader en ontmoet een hoop wonderlijke dieren die duidelijk maken dat zij het in ieder geval niet waren... Maar dan zijn er gelukkig twee strontvliegen die hem kunnen helpen.

Over een kleine mol... is een fysieke bijna woordloze Meneer Monster productie. Een hilarische slapstickvoorstelling voor 2 jaar en ouder naar het bekende boek van Werner Holzwarth en Wolf Erlbruch. De leerlingen worden voorbereid op de voorstelling aan de hand van het prentenboek. De docent leest het prentenboek voor in de klas. 

 

 

 

 

 

 

Leerplankader

Oriënteren
(100 punten)
Onderzoeken
(0 punten)
Uitvoeren
(0 punten)
Evalueren
(0 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het onderwerp/thema openstellen voor dramatisch spel in binnen- en buitenschoolse situaties met al zijn zintuigen. De leerling kan gericht kijken en praten over het aangeboden verhaal (zoals een theaterstuk, prentenboek) en elementen uit dit verhaal als inspiratiebron gebruiken voor eigen dramatisch spel.

De leerling kan zijn persoonlijke ervaringen uit het dagelijkse leven vertalen in spelsituaties. De leerling kan onder begeleiding een spelidee aanreiken en meegaan met een spelidee van een ander.

De leerling kan onder begeleiding improviseren op spelimpulsen. De leerling kan de spelelementen wie, wat en waar in spel vormgeven. De leerling kan alleen, of samen met zijn groepsgenoten eenvoudige spelsituaties, rollen en verhalen spelen. Hierbij ligt de nadruk op beweging. De leerling kan actief meespelen met de dramatische werkvormen: (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher in role, tableau vivant en improvisatiespel.

De leerling kan kijken naar en praten over het spel van zichzelf en dat van zijn groepsgenoten. Dit geldt zowel voor zijn spel als voor zijn rol. (Wat heb je gespeeld? Hoe heb je dat gedaan?) De leerling kan verschillende emoties van gespeelde situaties en rollen benoemen. De leerling accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over zijn eigen spel.