Ik voel een voet!

Ik voel een voet!

Maranke Rink en Martijn van der Linden maakten het bijzondere boek "Ik voel een voet!' In de donkere nacht slapen de dieren samen in een hangmat. Opeens horen ze een geluid en rollen ze verschrikt uit de hangmat. Waar komt dat geluid vandaan? Welk dier zal het zijn? Is het een schildmuisvisvogelbok of.....? De leerlingen maken ook nog hun eigen diereninstrument. Alle dierinstrumenten gaan mee terug naar school in een mooie hangmat!

Leerplankader

Oriënteren
(10 punten)
Onderzoeken
(40 punten)
Uitvoeren
(40 punten)
Evalueren
(10 punten)

De leerling kan actief luisteren naar korte stukken (live) muziek(-theater) uit een breed repertoire, aansluitend bij zijn belevingswereld. De leerling kan met taal, beweging of beeld zijn eigen betekenis geven aan muziek in binnen- en buitenschoolse situaties.

De leerling kan betekenissen en klanktegenstellingen in muziek van een breed repertoire onderscheiden en vertalen naar beweging en beeld. De leerling ontdekt, door manipuleren en experimenteren, klankaspecten van diverse klankbronnen. De leerling kan zelfstandig een situatie, sfeer of muzikale tegenstelling verwerken in kleine vocaal/instrumentaal geïmproviseerde klankstukjes. De leerling kan zijn muzikale ideeën globaal weergeven in beeld (picturaal, basaal grafisch).

De leerling kan in groepsverband eenstemmige liedjes, zowel 2- als 3-delig, binnen een omvang van c’-b’, met de leerkracht meezingen. De leerling kent een breed repertoire liedjes en versjes, passend bij zijn directe belevingswereld. De leerling kan volgens de vorm van het lied fraseren. De leerling kan maat en tempo van muziek in beweging weergeven. De leerling kan (in groepsverband) eenvoudige ritmische patronen uitvoeren. De leerling kan bij het musiceren in groepsverband gelijk beginnen en eindigen aan de hand van een (lied)leidingsgebaar. De leerling (her)kent de relatie symbool/klank en kan onder leiding van de leerkracht picturale en grafische notaties verklanken. De leerling kent de namen en speelwijzen van het in de onderbouw (van het primair onderwijs) meest gebruikte schoolinstrumentarium. De leerling kan zich tijdens het musiceren qua tempo en volume aanpassen aan dat van de groep. De leerling kan (alleen en in groepsverband) een kort muziekstukje onder leiding van de leerkracht aan anderen presenteren.

De leerling kan over zijn muzikale ideeën vertellen, met gebruikmaking van basale muzikale begrippen. De leerling kan met aandacht luisteren naar de ideeën van anderen. De leerling herkent de betekenis van muziek in voor hem relevante jaarfeesten, situaties en emoties.