Mijn naam is Courgette (animatiefilm met lesbrief)

.Een ontroerende stopmotionfilm over verlies, gepest worden, vrienden maken en verliefd zijn.

De negenjarige Icare, bijnaam Courgette, wordt na het plotselinge overlijden van zijn moeder in een weeshuis geplaatst. Hoewel hij in eerste instantie gepest wordt en moeite heeft om aansluiting te vinden met zijn groepsgenoten, gaat dit geleidelijk aan steeds beter. Vooral wanneer er een nieuw meisje in de groep komt.

Deze aandoenlijke stopmotionfilm combineert zware onderwerpen als verwaarlozing, pesten en eenzaamheid met een vrolijke, kleurrijke animatiestijl. Met de originele stijl, diepgaande thematiek en de verschillende personages een aansprekende film voor jeugdige kijkers.

filmpje uit het educatie materiaal over hoe de film gemaakt is: https://youtu.be/lbFdIMhYsBk

De pers over 'Mijn naam is Courgette':
★★★★★ NRC: 'Eindelijk weer eens een film die kinderen echt serieus neemt'
★★★★★ De volkskrant: 'Ontroerend, grappig en hoopvol'            
★★★★★ Trouw: 'Barst van de levendige, met liefdevolle precisie gemaakte details'

Wist u dat alle basisscholen bij Concordia gratis lid mogen zijn van de kunstverhuur en direct één favoriet kunstwerk mee naar school mogen nemen?!

Leerplankader

Oriënteren
(100 punten)
Onderzoeken
(0 punten)
Uitvoeren
(0 punten)
Evalueren
(0 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.

De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.

De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.