Afrikaanse dans in de klas

Afrikaanse dans in de klas

Trommels, djembé’s, kostuums, kinderen weten zelf vaak hoe dit in te vullen met Afrikaanse dans. Daarom is de voorbereiding naar Afrikaanse dans ook creatief, divers en alles is goed. Van knuffeldieren die de kinderen kunnen meenemen, tot muziek instrumenten zelf maken tot voor de oudere groepen nadenken over bijvoorbeeld ontwikkelingswerk. Door mijn ervaring in Afrika (stage in Kenia) neem ik elke groep (beschikbaar voor groep 1 tot en met groep 8) mee naar de Afrikaanse wereld door beeld en materiaal, dans en muziek. Natuurlijk wordt deze workshop afgesloten met een gezamenlijke dans die voor iedereen gepresenteerd kan worden. 

De dansworkshop 'Afrikaanse dans in de klas' wordt aangeboden door Ragna Wetzels van Ragna Danst! 

Leerplankader

Oriënteren
(15 punten)
Onderzoeken
(15 punten)
Uitvoeren
(60 punten)
Evalueren
(10 punten)

De leerling kan met anderen een (beschouwings)gesprek voeren over een dansvoorstelling, er verschillende betekenissen aan geven met behulp van de elementen ruimte, tijd en kracht en iets vertellen over de kwaliteit van de dansbeweging. Hij gebruikt dit om het onderwerp/thema van de eigen danspresentatie te verdiepen.

De leerling kan bewust onderzoek doen naar danselementen (leiden/volgen, gelijktijdig dezelfde beweging dansen, dans opbouwen met begin-midden -eind, aandacht voor vormgeving, imiteren, herhalen) en bestaande dansen als inspiratiebron gebruiken. De leerling kan zelf thema’s aanreiken om over te dansen.

De leerling kan zich inleven in zijn eigen manier van dansen en het dansen van anderen. Hij kan deze ervaring/beleving en interpretatie verwerken in een dans en alleen of met anderen een choreografie maken. De leerling kan muzikale verschillen herkennen (tempo, dynamiek, ritme, accenten, melodie, sfeer) en deze toepassen in dans. Hij kan zelf muziek zoeken bij een dansthema. De leerling kan variëren met verschillende manieren van bewegen en daarbij de begrippen ruimte, tijd en kracht gebruiken. De leerling kan een dans zo vormgeven en verbinden met het thema dat de dans zeggingskracht krijgt. De leerling kan zelfstandig een danscompositie vormgeven en (samen met een groep) presenteren aan een onbekend publiek.

De leerling kan zijn keuzes motiveren aan de hand van de fasen van het vormgevings-proces en daarbij zijn eigen criteria (en/of die van zijn groepje) vergelijken met de criteria van de opdracht. De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van professionals en benoemen dat mensen verschillende meningen over dans hebben. Hij accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over dans, danscultuur en danstrends. De leerling kan zelfstandig verbeterpunten aanbrengen in de dans na feedback.