Klompendans

Klompendans

Een workshop van Kaliber kunstenschool - aansluitend bij 'Enschede 700 jaar'.

Op echte klompen!! Hoe voelt dat aan je voeten en hoe is het om erop te dansen? In deze workshop leren de leerlingen zowel patronen in duo’s als een kringdans te dansen. In de lessuggesties voor de leerkracht worden verbindingen met verschillende thema’s gelegd, waardoor klompendans het hele jaar door af te nemen is.

Oriëntatie:

Wat zijn klompen en wie heeft er thuis klompen? Waar worden ze van gemaakt en waar komen ze oorspronkelijk vandaan?

Luister samen naar klompendans muziek en laat de kinderen bewegen op muziek.

Onderzoeken:

Welke maat schoenen heb ik eigenlijk, welke klompen passen mij? Hoe voelt dat de eerste stappen op klompen?

Uitvoeren:

Kinderen leren een choreografie, eerst in tweetallen en later met de hele klas gezamenlijk.

Evalueren:

Hoe voelde het om op klompen te lopen? Vond je het fijner om op blote voeten te lopen of op klompen?

Wat vonden jullie van de muziek? Hoe vonden jullie het om samen te dansen?

Leerplankader

Oriënteren
(25 punten)
Onderzoeken
(25 punten)
Uitvoeren
(25 punten)
Evalueren
(25 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het onderwerp/thema openstellen voor dans in binnen- en buitenschoolse situaties met al zijn zintuigen. De leerling kan door het kijken naar dans (professioneel of amateur) en door erover te praten fantasierijk met beweging reageren en dit als inspiratiebron gebruiken voor eigen dans.

De leerling kan danselementen begeleid onderzoeken: via beweging en muziek ontdekt hij ruimte, tijd, kracht en maatgevoel. De leerling kan in dans verschillende manieren van voortbewegen gebruiken. De leerling kan onder begeleiding emoties uiten in dans.

De leerling kan zich uiten in dans en daarbij zijn fantasie gebruiken (improviseren). De leerling kan de sfeer van muziek gebruiken in zijn dans. De leerling kan alleen of in een tweetal eenvoudige dansbewegingen vormgeven. De leerling kan zijn rol als danser individueel of in een groep vormgeven in school en met een bekend publiek.

De leerling kan kijken naar en vertellen over de dans van zichzelf en die van zijn groepsgenoten. Dit geldt zowel voor zijn danspresentatie als voor zijn rol. (Wat heb je gedanst? Hoe heb je dat gedaan?).