"Het Oefenfeest" (Zien spelen doet spelen)

"Het Oefenfeest" (Zien spelen doet spelen)

Het Oefenfeest-zien spelen doet spelen
Wat is het leukste dat er bestaat? Natuurlijk, jarig zijn! Maar jarig ben je maar 1 keer per jaar. Gelukkig is Eekhoorn slim. Ze oefent het jarig zijn. Met een feestje als gevolg: een heus oefenfeestje!
"Zullen mijn vrienden het leuk vinden?" "Hoe doe je dat eigenlijk, vrolijk zijn?", "Wat doe je allemaal als je jarig bent?"
De kinderen oefenen mee. Een voorstelling met een aantal meespeeloefeningen!
Het verhaal en de teksten, gespeeld door Nikita Nieuwkerk, zijn gebaseerd op de verhalen van Toon Tellegen
 
Kernwoorden: Fantasie, verbeelding, emoties, toneel, dieren, Toon Tellegen

Leerplankader

Oriënteren
(0 punten)
Onderzoeken
(0 punten)
Uitvoeren
(0 punten)
Evalueren
(0 punten)

De leerling kan aan de hand van een onderwerp/thema/voorstelling ideeën opdoen en dit als inspiratiebron gebruiken voor eigen dramatisch spel.

De leerling kan onderzoek doen naar de spelelementen wie, wat en waar. De leerling kan situaties uit zijn directe leefwereld of uit de media vormgeven in dramatisch spel en een verband leggen tussen een personage en een verhaal. Hij kan daarbij onderscheid maken tussen iemand anders spelen dan zichzelf. De leerling kan meerdere oplossingen bedenken bij het onderzoeken van een opdracht.

De leerling kan door te improviseren zelfstandig en spontaan oplossingen verzinnen. De leerling kan bewust de spelelementen wie, wat, waar in spel vormgeven. De leerling kan uiterlijke kenmerken van zijn rol bedenken en uitbeelden met gebruik van houding, gebaar, stem en taal. De leerling kan, binnen een gegeven kader, een scène met een duidelijke opbouw van begin – midden – eind voorbereiden en spelen. Hij kan daarbij in overleg met anderen keuzes maken en aangeven hoe hij gebruik heeft gemaakt van ideeën die hij heeft opgedaan in de onderzoeksfase. De leerling kan spelopdrachten uitvoeren, actief meespelen met de dramatische werkvormen: (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher in role, tableau vivant, improvisatiespel, afspreekspel, spiegelspel en dialoogspel uitvoeren en kan daarbij, onder begeleiding, onderscheid maken tussen speel- en publieksruimte. De leerling kan met een groepje een presentatie geven voor de eigen groep en/of een andere voor hem bekende publieksgroep.

De leerling kan vertellen over zijn vormgevingsproces en zijn (groeps-) presentatie en kan benoemen wat zijn rol is in de samenwerking met anderen. Hij kan zijn eigen keuzes onder woorden brengen. De leerling staat open voor feedback van anderen en kan dit waarderen.