Reis om de wereld, op reis met de klas aan de hand van bijzondere korte films

Film kijken is een fantastische manier om op reis te gaan en in dit programma met korte films worden de leerlingen overal mee naar toegenomen. De woestijn in, langs fata morgana’s en dansende burka’s, via een gekraakt bos en een duister circusterrein, langs de Hollandse dijken naar een virtuele manege.

Tegelijkertijd gaan de leerlingen op reis door de wereld van film. Want behalve een toegankelijke speelfilm en een documentaire voor en over kinderen, is er ook een experimentele film en abstracte animatie te zien. In hoeverre zijn de verschillende filmsoorten nog verbonden zijn met de werkelijke wereld en in hoeverre zijn het fantasiewerelden geworden?

Een compilatie van korte films maakt het mogelijk om in het tijdsbestek van een gemiddelde speelfilm kennis te maken met een veelheid aan filmgenres, filmstijlen, onderwerpen en gevoelens. Voor een filmmaker is een korte film een manier om met een beperkt budget en kleine crew een film te maken. Dat geeft de mogelijkheid om als filmmaker eigenzinniger te werk te gaan. De plot en de stijl van een korte lm is vaak kernachtig, wat korte lms aantrekkelijk maakt om naar te kijken en te bespreken met de klas. 

Hoewel bijna alle films uit de 21e eeuw komen, is de filmervaring voor de leerlingen vergelijkbaar met die van ruim 100 jaar geleden. De eerste filmvoorstellingen waren ook compilatie-programma’s waarin vooral het magische van bewegend beeld centraal stond. Het publiek kon zich verwonderen over de visuele trucs die mogelijk waren met filmische middelen en vergaapte zich aan opnames uit landen en plaatsen waar ze zelf nooit konden komen.

In de filmzaal wordt een inleidend en afsluitend gesprek verzorgt. 
Wist u dat alle basisscholen bij Concordia gratis lid mogen zijn van de kunstverhuur en direct één favoriet kunstwerk mee naar school mogen nemen?! 

Leerplankader

Oriënteren
(30 punten)
Onderzoeken
(20 punten)
Uitvoeren
(0 punten)
Evalueren
(50 punten)

De leerling kan zich binnen de context van het thema of onderwerp openstellen voor verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan daarop reageren met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen. De leerling kan daarover communiceren met anderen.

De leerling kan brononderzoek doen en vanuit dit onderzoek conclusies trekken die hij meeneemt in de uitvoerende fase. De leerling kan de betekenis die hij aan kunstuitingen geeft onderzoeken en een relatie leggen met de middelen die de maker heeft gebruikt, bijvoorbeeld beeldof klankaspecten, spel- of danselementen, technieken en materialen. De leerling kan experimenteren met technieken, materialen, verschillende media en nieuwe mogelijkheden uitproberen. De leerling kan onderzoeken op welke manier hij de opdracht kan gaan uitvoeren en kan een uitvoeringsplan maken. De leerling kan eigen criteria en de gegeven criteria van de opdracht benoemen. De leerling kan teruggrijpen naar de informatie en ideeën opgedaan in de oriëntatiefase.

De leerling kan zijn plannen uitvoeren (met behulp van vakspecifieke kennis en vaardigheden) en de uitvoering presenteren (individueel of samen met anderen). De leerling kan zijn keuzes motiveren en een relatie leggen met de onderzoeksfase. De leerling kan in het vormgevingsproces rekening houden met de gegeven en zijn eigen criteria. De leerling kan, daar waar relevant, samenhang benoemen tussen een beeld, dans, spel of muziek en/of andere vakken.

De leerling kan vertellen over het verloop van het werkproces. De leerling kan zijn waardering geven aan het eigen product en werkproces en dat van anderen. De leerling kan deze waardering beargumenteren en maakt daarbij gebruik van kennis en inzicht in verschillende uitingen van kunst en cultuur. De leerling kan oplossingen in het eigen werk vergelijken met die van kunstenaars. De leerling kan laten zien dat hij enige kennis en inzicht in de betekenis die kunst en cultuur, voor het dagelijkse leven van mensen van vroeger en nu, heeft.